De vleesindustrie verbruikt enorm veel energie. Energie in de vorm van land, water, voedselverwerking en broeikasgassen.
Je zou helemaal geen vlees meer kunnen eten: volgens het CBS waren al in 2020 bijna 70.000 Nederlandse volwassenen veganistisch. Nog eens bijna 300.000 aten volledig vegetarisch.
Volledig plantaardig eten is netto duurzamer. En de markt groeide de afgelopen jaren snel. Vleesvervangers liggen in bijna elke supermarkt in Nederland.
Maar er is een grote barrière voor veel mensen om vleesvervangers te kopen...
De smaak van vlees. Een vleesvervanger smaakt toch niet hetzelfde als een biefstuk. Producenten van vleesvervangers proberen de smaak en textuur zo goed mogelijk na te bootsen. Maar dat lukt tot nu toe nog niet genoeg.
En je moet goed opletten in de supermarkt. Niet alle vleesvervangers zijn milieuvriendelijker dan een echt stukje vlees...
Een manier om die echte vleessmaak te houden zónder het dierenleed of de milieuschade is kweekvlees. Een Nederlandse uitvinding!
Hierbij haal je stamcellen uit een dier, die in een grote bioreactor wordt opgekweekt tot een stukje vlees. Het dier blijft leven, maar jij hebt toch echt vlees op je bord.
In 2013 presenteerde professor Mark Post de allereerste burger gemaakt van gekweekte cellen. Deze werd op TV geproefd door Hanni Rützler.
Hoe duur was deze burger?
Maar dat gaat nog even duren. Het proces van vlees kweken is nog te duur en mensen vinden ‘labvlees’ spannend. Daarnaast is kweekvlees nog niet goedgekeurd voor consumptie in Europa.
Misschien is het haalbaarder om meelwormen en krekels te eten? Of zijn algen het nieuwe vlees?
Hoe zie jij de toekomst?
Eten we kweekvlees, volledig plantaardig of iets heel anders?