Als jij bijvoorbeeld hard hebt gesport, is de energie die je daarbij hebt gebruikt niet verdwenen. Het is verandert in andere vormen van energie: hitte en beweging.
En alles wat massa heeft, heeft energie. Dat zei Albert Einstein al!
Dan denk je misschien aan een plek waar helemaal niets is: een vacuüm. Griekse filosofen praatten hier al over, maar pas in de 17e eeuw bestond de technologie om een vacuüm te maken.
Een vacuüm werd gemaakt met pomp en een glazen stolp. Door te pompen, zoog alle lucht weg uit de stolp. Van stofdeeltjes tot atomen.
Voor een beter vacuüm moet je heel ver de ruimte in, naar de ruimte tussen sterrenstelsels. Daar is nog maar gemiddeld één deeltje per kubieke meter: een bijna perfect vacuüm.
En zelfs op die meest afgelegen plekken van het universum, is er nog energie. Daar zijn nog virtuele quantumdeeltjes met energie, denken onderzoekers nu.
Een plek compleet zonder energie bestaat dus niet. Maar een imperfect vacuüm kan je nog steeds goed gebruiken.
Zo bewegen deeltjes sneller in een vacuüm waar ze nergens tegen opbotsen. Handig in natuurkundig onderzoek! En thermosflessen hebben een vacuümruimte tussen de buiten- en binnenkant. Zo blijft je koffie lekker warm.
Kan een vacuüm op meer manieren gebruikt worden?
Wat zou je allemaal kunnen met een ruimte zonder energie?