De Energietijdlijn
Reis terug in de tijd en ontdek de geschiedenis van energie.
Steeds meer mensen kiezen voor zonnepanelen als groene energiebron. Een probleem is alleen dat de zon niet altijd schijnt. Of soms juist zo hard schijnt dat je meer energie opwekt dan je nodig hebt. Hoe sla je die groene energie goed op om later te gebruiken? Onderzoekers van de TU Eindhoven hebben misschien de oplossing: de zoutbatterij. Deze batterij is ongeveer zo groot als een koelkast en zou een huis tot wel twee weken kunnen verwarmen!
Het houden van koeien en varkens kost veel energie en heeft een slechte invloed op het klimaat. Nu kan je natuurlijk vegetarisch of veganistisch gaan eten, maar dat werkt niet voor iedereen. Nederlandse wetenschappers kwamen in 2013 met een oplossing: kweekvlees. Met behulp van stamcellen maakten ze een hamburger in een laboratorium. Hij was nog wel vrij prijzig: hij kostte zo'n 250.000 euro!
Of je nu de voorkeur geeft aan android of iOS, een smartphone heeft bijna iedereen. Wist je dat de eerste smartphones uit de jaren '90 komen? Ze zagen er toen wel anders uit. Er was een schermpje, maar om te bellen of internetten moest je een ingebouwd toetsenbord gebruiken. In 2007 presenteerde Steve Jobs de eerste iPhone, dit was meteen ook de eerste mobiele telefoon die helemaal uit touchscreen bestond. Veel mensen dachten dat het model daardoor nooit populair zou worden...
Series kijken, eten bestellen, informatie opzoeken... We doen tegenwoordig heel veel via het internet. Dit was niet altijd zo, nog niet zo heel lang geleden bestond het internet niet eens. In 1991 kwam de eerste website online. Inmiddels zijn er miljarden websites en ziet het internet er bovendien heel anders uit. Je staat er misschien niet direct bij stil, maar ons internetgebruik kost ook veel energie. Niet alleen omdat je je telefoon of laptop op moet laden, maar ook door het in de lucht houden van de websites. Het opslaan en delen van berichten, foto's en video's vraagt om elektriciteit en zorgt bovendien voor CO2-uitstoot.
In 1989 legde de familie Sjoerdsma uit Castricum als eerste in Nederland zonnepanelen op het dak. Ze legden meteen het hele dak vol, met wel 64 panelen. Daarmee konden ze hun huishouden voorzien van groene energie. Inmiddels zijn de zonnepanelen gelukkig een stuk efficiënter. Wist je trouwens dat Augustin Mouchot in 1878 al onderzoek deed naar zonne-energie? Hij voorspelde toen al dat fossiele brandstoffen op zouden raken en vond zonne-energie een goed alternatief.
Je hebt er vast van gehoord: kernenergie. Toen ze eind jaren '60 de eerste kerncentrale van Nederland bouwden, werd er veel geprotesteerd. En ook nu is het een omstreden vorm van energie opwekken. Aan de ene kant is het voordelig, je hebt namelijk weinig CO2-uitstoot. Aan de andere kant blijf je wel met veel radioactief afval zitten. De vraag is (en was): hoe ruim je dat afval goed op?
Er zijn behoorlijk wat voorlopers van de televisie geweest. Een van de eersten was de Nipkowschijf. Hiermee kon je een donkerrood beeld ontvangen, ongeveer ter grootte van een postzegel. In 1929 werd een televisie ontwikkeld met een scherm van 30 bij 30 centimeter en in 1951 werd het eerste televisieprogramma in Nederland uitgezonden. Op dat moment was er één zender, hierop kon je twee keer per week een avondprogramma in zwart-wit beeld bekijken. Niet veel keuze dus!
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden berichten vaak gecodeerd. Zo kon de vijand niet zomaar achterhalen wat er in het bericht stond. In de jaren '40 bouwden de Engelsen de eerste computer om deze codes gemakkelijk te ontcijferen. Hij woog meer dan 1000 kilo en nam een hele kamer in beslag. Bovendien zag hij er nog heel anders uit: hij bestond vooral uit tandwieltjes, radartjes en elektronenbuizen. De computer zoals we hem nu kennen, met monitor en toetsenbord, kwam pas zo'n dertig jaar later.
Vroeger waren vrouwen heel bezig met het huishouden. Vooral het wassen kostte ongelooflijk veel tijd, dit moest namelijk allemaal met de hand. Wassen, schrobben, uitwringen, ophangen... Soms waren ze dagen bezig met de was. De wasmachine waaraan je zelf moest draaien was al een enorme verbetering, maar kostte nog steeds veel tijd en moeite. In 1910 kwam de elektrische wasmachine, voor het eerst konden vrouwen de was helemaal uit handen geven. Helaas moest je nog wel zelf het water uit de natte was persen, want centrifuge was er nog niet. Wasmiddel trouwens ook niet, dat kwam pas 10 jaar later op de markt!
De radio werd in de eerste instantie vooral gebruikt door kapiteins die berichten aan andere schepen door wilden geven. In 1906 kwam er voor het eerst muziek uit de radio, maar dat was in Nederland nog niet te beluisteren. In 1919 kwam daar verandering in. Hanso Idzerda maakte toen een muzikale radio-uitzending voor iedereen die het wil horen. Om ervoor te zorgen dat mensen ook echt gingen luisteren, zette hij een dag van tevoren een aankondiging in de krant.
In 1902 gebruikte Hubert Booth zijn gloednieuwe uitvinding om het tapijt van de Engelse koning Edward VII schoon te maken. Welke uitvinding was het? De stofzuiger natuurlijk! Nu niet meer weg te denken uit het huishouden, maar toen een razend populaire nieuwe gadget.
In 1886 werd de eerste Nederlandse elektriciteitscentrale opgericht. De centrale stond in Kinderdijk en wekte genoeg stroom op om 350 lampen te laten branden. Later in het jaar werden ook 21 elektrische straatlantaarns aangesloten. Het duurde nog jaren voordat het hele land verlicht was met elektrische straatlantaarns. Tot die tijd werden de lantaarns nog 'gewoon' met de hand aangestoken.
Je kan het je haast niet meer voorstellen, maar zelfs zoiets simpels als het licht aandoen was niet altijd normaal. In 1880 vond Thomas Edison de gloeilamp uit. Voor deze tijd had je ’s avonds licht van een olielamp of kaarsen. Tegenwoordig zijn er bijna geen gloeilampen meer, nu gebruiken we spaar- of LED-lampen. Die zijn een stuk beter voor het milieu!
In 1876 vroeg Alexander Graham Bell een patent aan op de telefoon. De eerste telefoons konden maar naar één ander toestel bellen, en je moest luisteren en spreken door dezelfde hoorn. Je moest dus goed afstemmen wie wat zei en wie luisterde. En dat was niet het enige wat je moest afspreken. Tot 1980 had lang niet iedereen een telefoon thuis. Je kon bellen via het postkantoor of via een telefooncel. Als je iemand wilde spreken, moest je van tevoren afspreken wanneer en waar je diegene zou bellen. Heel anders dan nu!
In 1837 zorgden heftige stormen voor overstromingen bij Amsterdam en Leiden. Koning Willem I besloot daarom dat het aangrenzende Haarlemmermeer drooggelegd moest worden. Waarschijnlijk had dit niet alleen te maken had met het water, maar ook met de recente afscheiding van België. Willem I hoopte dat zo'n groot project zijn populariteit zou verhogen. Uiteindelijk pompten drie stoomgemalen het meer leeg. Voor die tijd was het heel efficiënt, maar het duurde alsnog bijna vier jaar!
Je ziet steeds meer elektrische auto’s op straat, maar wist je dat de eerste al uit 1835 kwam? Stratingh ontwierp toen een wagentje dat liep op elektriciteit. Dit was nog een kleintje, maar al snel kwamen er ook echte elektrische auto’s. Waarom die nooit populair zijn geworden? Dat kwam vooral omdat de gebruiker het gevoel wilde hebben om hard te gaan. Benzine-auto’s maakten meer lawaai, waardoor het net leek alsof ze harder gingen. En je kon een langere afstand afleggen als je extra benzine meenam, dat kon met elektriciteit natuurlijk niet.
Als je vroeger wilde koken, moest dat vaak op een hout- of kolenkachel. Dat veranderde in 1826. Toen werd de eerste gasfabriek in Nederland gebouwd. Door het verbranden van kolen ontstand lichtgas. Dat lichtgas werd gebruikt voor de verwarming, het gasfornuis en gasverlichting. In 1959 ontdekten ze een groot aardgasveld in Groningen, hierdoor werd lichtgas steeds minder gebruikt. Ook nu wordt er nog veel gekookt op aardgas.
Er werd rond 1800 geëxperimenteerd met lading en stroom, maar het opslaan van elektriciteit bleef nog lastig. Tot Alessandro Volta een belangrijke uitvinding deed. Hij ontdekte hoe je met behulp van zout water en een stapel zinken en zilveren schijven stroom kan creeëren. Deze 'Zuil van Volta' wordt gezien als de eerste versie van een batterij.
Elektriseermachines werden veel gebruikt voor onderzoek naar elektriciteit. Door het aanzwengelen van de machine ontstond er behoorlijk wat elektrische lading, die vervolgens tijdelijk werd opgeslagen in Leidse Flessen. Je moest er trouwens wel mee oppassen, want sommige machines wekten genoeg lading op om iemand te doden!
In de 18e eeuw was er onder de hogere klassen veel aandacht voor wetenschap. Mensen kwamen bij elkaar en nodigden wetenschappers uit om hen te vertellen over nieuwe ontwikkelingen. Een van die ontwikkelingen was de Leidse fles. Met deze uitvinding kon elektrische lading tijdelijk worden opgeslagen. Ook nu wordt de Leidse fles nog gebruikt. Niet alleen om uitleg te geven over elektriciteit, maar ook in je dagelijks leven. Je vindt het principe van de Leidse fles terug in de chip van je laptop, smartphone, tv en misschien zelfs je wasmachine!
Voor de 18e eeuw woonden en werkten de meeste mensen op het platteland. Dit veranderde met de uitvinding van de stoommachine. Opeens kon veel van hun werk door machines gedaan worden. Dit was het begin van de industriële revolutie. Mensen trokken naar de steden en werden afhankelijk van werk in de fabriek. Er was veel armoede en de werkomstandigheden waren vaak slecht. Maar er waren ook positieve gevolgen, de industriële revolutie zorgde bijvoorbeeld ook voor de afschaffing van kinderarbeid in Nederland. Wist je trouwens dat er in de hele wereld nog vier werkende stoommachines uit de 18e eeuw zijn? Drie daarvan staan in Nederlandse musea!
Misschien weet je niet precies hoe het werkt, maar het woord elektriciteit kennen en gebruiken we allemaal. Dat was in de 17e eeuw wel anders. Hoewel wetenschappers al een tijd bezig waren met het onderzoeken van lading en elektriciteit, werd het woord ‘electricity’ voor het eerst gebruikt door Thomas Browne in 1646. Hiervoor bestond er geen woord voor!