Ga direct naar: Hoofdinhoud

IJs­ma­chi­ne vol­gens Car­ré

Deze ijsmachine bestaat uit een kacheltje met daarin een metalen vat gevuld met een oplossing van ammoniak en water (ammonia). Dit vat is verbonden met de ruimte in de dubbele wand van een tweede open vat, dat in een bak met water gekoeld wordt. De ammoniak verdampt uit de oplossing en condenseert binnen de dubbele wand als vloeibare ammoniak. Daarna plaatst men het eerste vat in een bak met koud water, de ammoniak zal dan weer uit het dubbelwandige vat naar dit eerste vat overdestilleren, waarbij het dubbelwandige vat sterk wordt afgekoeld. In dit laatste vat is een bak geplaatst, gevuld met water, dat door de sterke afkoeling bevriest. De ruimte tussen deze bak en het dubbelwandige vat wordt met alcohol opgevuld, om een goed warmtecontact te krijgen. De temperatuur in het vat met ammoniak in water wordt gemeten met een thermometer, die in een met olie gevulde holte van dit vat geplaatst wordt. Van de beide oorspronkelijke thermometers is er nog één over. Deze heeft geen verdelingen, maar slecht vier strepen, één ongeveer in het midden, corresponderend met 52°C, één gemerkt met een pijlpunt bij ongeveer 138,5°C, één bij 150° en én bij 162,5°C. Bij verhitting van de ammonia moest de temperatuur binnen het gebied van de laatste drie strepen blijven, bij afkoeling mocht hij niet boven de 52°C stijgen.
Informatie
Datum1800-1899
Formaathoogte 56 cm, diepte 30 cm, breedte 50 cm