Ga direct naar: Hoofdinhoud

Wat de boer niet kent

In Rijksmuseum Boerhaave, waar ik stage loop, is de eerste kweekburger ter wereld te bewonderen. Kweekburgers worden niet gemaakt van vlees van een koe uit een boerderij, maar van vlees dat in een lab is gekweekt.

Marinthe Meijer

Marinthe Meijer

Student Science Education and Communication, Universiteit Utrecht

Toen de kweekvleesburger in 2013 in Londen voor het eerst geproefd werd, was er een reserveburger voor als er iets misging met burger nummer één. Er ging niks mis, dus de reserveburger bleef over. Het museum heeft de burger gekregen. Hij is geplastineerd om hem te kunnen bewaren, waardoor hij meer oogt als een speelgoedburger die je zou verwachten in het speelkeukentje van een kleuter, dan als een museumstuk. Het plastic ding ligt er wat knullig bij in een petrischaaltje in een vitrine.

Popcorn

Mijn fascinatie wint van mijn gevoel van aversie, en leidt tot een zoektocht op internet. Al snel kom ik erachter dat het idee van deze kweekburger komt van twee Nederlanders, Mark Post en Peter Verstrate. De één farmacoloog en hoogleraar vasculaire fysiologie aan de Universiteit Maastricht, de ander voedseltechnoloog met jarenlange ervaring in de vleesindustrie. Misschien zijn de mensen achter die kweekburger minder doorgedraaid dan ik dacht. En misschien hebben ze daadwerkelijk een goed idee. Enigszins gerustgesteld lees ik verder.

Mijn idee dat er helemaal geen koe nodig is voor kweekvlees, blijkt niet te kloppen. Uit een koe moet een klompje cellen worden gehaald ter grootte van een stukje popcorn. Dit klompje cellen wordt onder verdoving van de koe verkregen, en kan uitgroeien tot 80.000 (!) burgers. Nadat het klompje cellen is verwijderd, kan de koe gewoon verder leven. Er is dus veel minder koe nodig voor kweekvlees. En dat blijkt precies het doel: de initiatiefnemers willen met kweekvlees de veestapel verkleinen om zo de uitstoot van bijvoorbeeld stikstof en methaan aan te pakken.

Oplossing die bijdraagt aan het verkleinen van het stikstofprobleem.

Strenge regels

Dit proces werkt dus al en heeft geleid tot de eerste kweekburgers. Toch ligt de burger nog niet in de supermarkt. De eerste reden hiervoor is de strenge regelgeving rondom voedsel in de Europese Unie. De burger mág nog niet verkocht worden. Want hoewel de methode van de onderzoekers gedegen lijkt, geeft dit geen garantie voor de veiligheid. Daarom moet de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA)  de burger goedkeuren. Pas als de kweekburger het label ‘veilig’ heeft gekregen, kan de verkoop van de burger beginnen. Mosa Meat heeft in 2021 een aanvraag ingediend voor de goedkeuring van kweekvlees. Het proces van goedkeuring is grondig en duurt ongeveer twee jaar. De goedkeuring kan dus in 2023* verwacht worden. De Amerikaanse Food & Drug Authorities (FDA) hebben recentelijk al wel het eerste kweekvlees goedgekeurd. Dit geeft goede hoop dat de Nederlandse variant bij de EFSA ook door de test komt.

De tweede reden dat de burger nog niet in de schappen ligt, is dat de prijs van de kweekburger nog enorm hoog is. De burger uit 2013 kostte 250.000 euro! Opschaling van de productie moet uiteindelijk leiden tot een lagere prijs. Na goedkeuring van de EFSA zal de burger waarschijnlijk eerst in restaurants en later ook in de supermarkt te verkrijgen zijn.

Ik ben me gaan realiseren dat kweekvlees geen eng, futuristisch idee is van een stel losgeslagen wetenschappers. De kweekburger kan in de vrij nabije toekomst een oplossing bieden voor de te grote veestapel in ons land. Maar wel pas als we de burger kunnen betalen en hij officieel als ‘veilig’ bestempeld is door de EFSA. Ik zal in ieder geval vooraan in de rij staan voor een kweekburger!

* [Februari 2024] Toevoeging van de redactie: Ondertussen lijkt het erop dat de goedkeuring nog even zal duren. Tot in ieder geval 2025 ligt er nog geen kweekvlees in de schappen van de supermarkt, volgens Business Insider Nederland.

Artikelen