Donderhuisje
Het houten huisje heeft scharnierende wanden en dak. Op het dak staan twee bliksemafleiders waarvan één met een bolvormige top en één met een spitse top. Die aan de voorgevel maakt contact met een messing strip in een paneel in de gevel. Dat paneel kan zo worden geplaatst dat de strip geaard is, of dat de elektriciteit naar binnen slaat. Bij de ontvangst van een 'bliksemflits' (een vonk van een elektriseermachine) springen er in het laatste geval vonken heen en weer van het paneel en springt dat eruit. Vanaf de strip in de voorgevel lopen er geleidende verbindingen naar binnen. Daardoor kan een kleine hoeveelheid kruit tot ontbranding worden gebracht, waardoor het dak eraf springt, vervolgens wordt een kleine hoeveelheid alcohol op zolder ontbrand, smelt een draad die de achtergevel overeind houdt en klappen de zijwanden naar buiten. Uiteindelijk klapt de voordeur open door de ontbranding van een kleine hoeveelheid kruit in het benedenhuis.
Informatie | |
---|---|
Datum | 1700-1799 |
Formaat | diepte 34.2 cm, gewicht 3.4 kg, hoogte 44.3 cm, breedte 23.7 cm |
Collectie