Telegraaftoestel volgens Wheatstone
De eerste telegraaf werd in 1837 door Wheatstone uitgevonden. Daarin paste hij de recente ontdekking van de Deen Oersted toe dat een elektrisch stroom die door een geleider gaat een magneetnaald kan laten bewegen. In 1839 werd in London het eerste publieke telegraafnet in gebruik genomen. De telegraaf van Wheatsone was het eerste succesvolle elektrische communicatiemiddel, onder andere gebruikt bij communicatie van de spoorwegen en voor het verzenden van telegrammen. Met een seingever werden de codes voor de letters van het telegraafbericht doorgegeven. De seingever heeft vijf toetsen, die twee rijen vormen. De telegrafist toetste voor elke letter een specifieke combinatie (code) van twee toetsen in. De doorgeseinde letters, in de vorm van elektrische stroom, werden bij de ontvanger afgelezen op een wijzerplaat. Daarop was een ruitvormig raster waarin twintig letters konden worden aangegeven, de ontbrekende letters zes letters werden weggelaten. In de middenlijn van het raster draaiden vijf wijzers naar links of naar rechts, per twee aangestuurd door het stroomsignaal van de seingever. Met een combinatie van twee wijzers kon zo elk van de 20 letters op het raster worden aangeduid.